Deel dit artikel:

---De wereld rond


De wereld rond

Een kijkje in Syrië


Broers weer veilig en samen

“Wat een reis heb ik eigenlijk gemaakt hè?” De achtjarige Kareem kan nu gelukkig weer lachen. Maar de tocht die hij aflegde om weer gewoon kind te kunnen zijn, was zwaar en gevaarlijk. Met hulp van SOS zijn hij en zijn broer nu weer bij elkaar én veilig.

In 2011 brak in Syrië de oorlog uit. SOS Kinderdorpen kwam direct in actie en heeft dankzij de steun van donateurs tienduizenden kinderen geholpen. Kinderen zoals Kareem. Hij verloor zijn moeder in de oorlog en bleef achter met zijn broer Bader en hun gewelddadige vader. De jongens besloten te vluchten voor het geweld thuis in Aleppo en trokken samen naar Damascus. Daar sloeg het noodlot opnieuw toe: de broertjes raakten elkaar kwijt. Kareem zwierf alleen over straat, tot hij werd opgemerkt door politieagenten. Zij brachten hem naar een tijdelijk opvangcentrum van SOS Kinderdorpen.

Geweldige verrassing

De eerste paar dagen bij SOS hield Kareem zijn mond. “Ik durfde niet te zeggen wie ik was of waar ik vandaan kwam. Ik was bang dat ze mijn vader zouden laten komen.” Maar na een aantal gesprekken met SOS psychotherapeut Zeina, kroop Kareem uit zijn schulp. Hij durfde te vertellen wat er gebeurd was en dat hij nog een oom had in Damascus. SOS ging op zoek. Na een aantal maanden kwam er een geweldige verrassing: niet alleen de oom was gevonden, maar ook Kareems broer! Bader was op eigen houtje bij zijn oom terechtgekomen. Omdat de oudere man niet de middelen had om goed voor de jongens te zorgen, hielp SOS hem een kruidenierswinkeltje te starten. De zaken gaan inmiddels goed en de broers gaan intussen in Damascus naar school. Hun dappere tocht kreeg gelukkig een goed einde.

Een kijkje in Ghana


Met z’n vijven bij elkaar

De Ghanese Effie en haar zus en drie broers kunnen zich niet herinneren hoe lang ze op straat leefden en voor zichzelf moesten zorgen. Ze weten gewoon dat het een lange tijd was. SOS greep in en gaf hen een nieuw thuis.

Gedreven door honger kwamen Effie (18), Oko (16), Adjo (14), Naim (13) en Esi (11) negen jaar geleden op straat terecht, waar ze bedelden om eten. Hun ouders konden door een geestesziekte niet voor de kinderen zorgen. Al gauw werden de vijf opgemerkt en van straat gehaald. Ze kregen een nieuw thuis in een SOS kinderdorp. SOS moeder Patience blikt terug: “Toen ik de kinderen voor het eerst zag, waren ze erg zwak en ondervoed. Ze hielden zich heel afzijdig en reageerden schuw. Om hen te helpen zich open te stellen, zorgde ik dat het de kinderen aan niets ontbrak. Daar waren ze niet aan gewend. Ik moedigde hen tegelijk aan om alles wat ze op hun hart hadden, te delen. Regelmatig speelde ik spelletjes met hen om contact te maken.”

Hechte band

Ook Effie weet nog goed dat het aanpassen in het begin moeilijk was. “Het kinderdorp was heel anders dan waar we vandaan kwamen. Maar ik ben heel hecht geworden met mijn SOS familie. Zo hecht, dat je niet direct meer kunt zien wie de biologische broers en zussen zijn. Het leven is nu goed voor ons; we hebben alles wat we nodig hebben. Vroeger moesten we vechten om te overleven. Nu weet ik dat er mensen zijn die om ons geven en er altijd voor ons zullen zijn.” Ze lacht als ze vervolgt: “Ik ben hier zo gegroeid! Ik heb geleerd sociaal te zijn en trouw te blijven aan mezelf. Ik heb een kans gekregen en nu wil ik wat terugdoen. Ik wil econoom worden om verandering te brengen in de Ghanese economie.”

Een kijkje in Ivoorkust


Tantie bagage

Mimi begon te werken toen ze zes jaar oud was. Als kleine ‘tantie bagage’ droeg ze door het sjouwen van boodschappen bij aan het familie-inkomen. In het extreem arme Ivoorkust gaat SOS Kinderdorpen de strijd tegen kinderarbeid aan.

“Ik begon als tantie bagage toen ik zes jaar oud was”, vertelt de nu zeventienjarige Mimi. “Soms woog de lading boodschappen die ik sjouwde wel meer dan vijftig kilo. Daar kreeg ik dan zo’n honderd frank voor (€ 0,15, red.) Ik werkte zes dagen per week en op een goede dag kon ik vijftienhonderd frank verdienen (€ 2,29).” In Ivoorkust is Mimi geen uitzondering. “Tanties bagage zie je hier veel”, vertelt Mamadou Diakite, hoofd van het SOS familieversterkende programma in Yamoussoukro. “Het zijn meisjes van zes tot achttien jaar die door het sjouwen van pakketten en boodschappen extra inkomen verdienen voor het gezin. Ouders halen de meisjes van school en zetten hen aan het werk om zo de eindjes aan elkaar te kunnen knopen.”

Beroepsopleiding

Vanuit het familieversterkende programma werkt SOS samen met lokale ondernemers om tanties bagage van straat te halen. Mamadou: “We identificeren de meisjes en geven hen met een alfabetiseringstraject en een beroepsopleiding uitzicht op een fatsoenlijke baan. Eén van de grootste uitdagingen hierbij is de families mee te krijgen.” Dat herkent ondernemer Khalifa Traore, die twee voormalige tanties bagage een leerwerkplek geeft tijdens hun beroepsopleiding. “In het begin merkte ik dat ouders nog steeds druk op de meisjes uitoefenden om weer aan het werk te gaan. Maar naarmate de tijd verstreek, kregen de meisjes meer zelfvertrouwen en werden hun ouders ontvankelijker.” Zo verging het ook Mimi: “Het was moeilijk om mijn leven als tantie bagage op te geven. Maar nu geloof ik in mezelf. Over een paar jaar hoop ik mijn eigen bedrijf te starten. Ik kijk met vertrouwen naar mijn toekomst en die van mijn familie.”

Een kijkje in Colombia


Een familie in het opvangcentrum in Puerto Santander, Colombia

Op de vlucht

Overal op de belangrijke verbindingswegen lopen lange rijen Venezolanen op weg naar Colombia. Sommigen van hen leggen honderden kilometers af, via hooggelegen routes. Hier vriest het ’s nachts en veel mensen worden overvallen door de barre kou.

Vanwege de economische en politieke crisis in Venezuela zijn inmiddels ruim 3,4 miljoen mensen op de vlucht. SOS Kinderdorpen werkt binnen de Dutch Relief Alliance (DRA) samen met andere hulporganisaties om de meest dringende humanitaire nood te verlichten. Zo zijn er langs de belangrijkste routes hulpposten ingericht. Bij één ervan bivakkeert Mileidys met haar gezin: “Het is fijn dat we hier warm kunnen slapen en op krachten kunnen komen.”

Familievriendelijke ruimtes

Het is een gevaarlijke vlucht. Zo zijn jongeren een makkelijk doelwit voor mensenhandelaren en guerrillagroepen. Ook het risico op seksueel geweld of een overval is groot. Daarom zijn er familievriendelijke ruimtes geopend, waar families leren hoe ze zich kunnen beschermen. Ook vangen we alleenreizende kinderen op en proberen we hen te herenigen met familie.

Deel dit artikel: