Broertjes en zusjes horen bij elkaar

Samen sterk

In de Nederlandse jeugdhulp wordt naar schatting de helft van de uithuisgeplaatste broertjes en zusjes van elkaar gescheiden. Schadelijk, vindt SOS Kinderdorpen. Een uithuisplaatsing is ingrijpend en beangstigend voor kinderen. Juist dan hebben broers en zussen elkaar hard nodig. Daarom startte SOS Kinderdorpen in Nederland de Simba Familiehuizen: een programma gericht op familieversterking en het bijeenhouden van broertjes en zusjes van nul tot achttien jaar.

--- Uitgelicht


Voorbeelden uit Guinee-Bissau

In alle 136 landen waar SOS Kinderdorpen werkt, is het samen plaatsen van broertjes en zusjes een belangrijk uitgangspunt. Arian Buurman: “Onze internationale programma’s laten zien dat het dus wel degelijk kan en grote positieve impact heeft. Deze expertise delen we graag met Nederlandse jeugdhulporganisaties.” Eén van de landen waar we broers en zussen al jaren samen opvangen, is het West-Afrikaanse Guinee-Bissau. In het SOS kinderdorp Canchungo groeien veel biologische broertjes en zusjes in dezelfde SOS familie op. We vroegen een aantal van hen naar hun band en fotograaf Mona van den Berg portretteerde hen voor een speciale bijlage bij de Trouw in mei.

CAROLINA (R):


“Mijn zus is er altijd voor mij”

Tweelingzussen Sofia en Carolina werden op de dag van de foto negentien jaar. De zussen wonen samen in het kinderdorp sinds de opening elf jaar geleden. Sofia (links): “We zijn bijna altijd bij elkaar, studeren samen en vinden dezelfde dingen leuk. Carolina is erg lief en veel verlegener dan ik. Behalve als ik haar lipstick pak, dan kan ze boos worden. Gelukkig hebben we niet dezelfde maat schoenen.” Carolina beaamt dat ze verlegen is. “Ik wil graag public management gaan doen. Schrijven, onderhandelen en woordvoeren vind ik leuk. Dus die verlegenheid moet ik zien te overwinnen. Sofia helpt me daarbij. Ze respecteert me en is er altijd voor me.” Sofia: “Het liefst blijven we altijd samen. Maar we zijn ook sterk genoeg om het in de toekomst apart van elkaar te redden.”

JOÃO (R):


“We spelen graag samen met Lego”

João (9) en zijn tweelingbroer Jahino kwamen als eenjarige dreumesen bij hun SOS familie wonen. Toen hun moeder na de bevalling overleed en hun vader ziek werd, wilde de familie van de jongens af; hun karma zou slecht zijn. Hun vader bezoekt ze nu elke drie maanden. João (voor): “Mijn broer is lief voor mij. We spelen graag samen met lego. Of we voetballen met onze vriendjes.” “En we drummen op blikjes en dansen dan”, vult Jahino aan. “Mijn broer kan trouwens ook goed schoonmaken.” De twee schateren het uit, om vervolgens samen naar het voetbalveld te rennen.

MARGARIDA (R):


“Ik moet altijd om haar lachen”

Margarida (8) en Ana (4) werden drie jaar geleden door SOS herenigd. Nadat hun moeder was overleden, erkende hun vader de meisjes niet als zijn dochters. Een jongere broer van hun moeder probeerde voor zijn nichtjes te zorgen, maar hij zat zelf nog op school en wist niet hoe hij dat moest doen. Ana belandde ondervoed in het ziekenhuis, haar grote zus in een weeshuis. SOS Kinderdorpen bracht de zussen weer bij elkaar en plaatste hen samen in het kinderdorp. De meisjes laten elkaars handen niet los als Margarida vertelt: “Ik wil graag schrijfster worden. Mijn favoriete vakken op school zijn lezen en Portugees. Ik heb veel vriendinnen en het liefst spelen we ‘rat en kat’ (soort pakkertje, red.). Mijn zusje betekent veel voor mij. Ze is heel lief. Ik moet altijd lachen als ze met haar poppen speelt. Ze maakt dan echt een hoekje, voor alles heeft ze een plekje.”

GABRIEL (L):


“Als er iets is, praat ik eerst met mijn broer”

Miguel en Gabriel waren nog maar net baby-af toen SOS moeder Maria hen verwelkomde in haar familie. Nu, elf jaar later, is de tweeling onafscheidelijk. Ze verdedigen elkaar altijd, knuffelen veel en staan ons hand in hand te woord. Miguel (achter): “Samen spelen met mijn broer vind ik het leukst. Hij maakt veel grapjes, ook over mij. Dan moet ik hard lachen.” Gabriel lacht: “Ik vind mijn broer leuk omdat hij knap is en om hoe hij met me speelt. We hebben meer broertjes en zusjes (in de SOS familie, red.) maar wij zijn het meest samen. Als er iets is, praten we eerst met elkaar en daarna gaan we samen naar onze moeder.” Toch doen ze ook wel dingen apart. Miguel: “Gabriel houdt van zingen en ik voetbal het liefst.”

MARIANA (R):


“Ik ben trots op haar”

Nadat de moeder van Mariana (14) en Leonor (11) overleed, kon hun vader niet goed meer voor ze zorgen. Inmiddels is ook hij overleden. “Ik ben heel blij dat ik samen met mijn zusje ben”, zegt Mariana met zachte stem, maar strijdvaardige blik. “Ik ben trots op hoe Leonor het op school doet en hoe ze zich gedraagt. Natuurlijk hebben we ook weleens ruzie, maar eigenlijk niet zo vaak.” Haar zusje reageert: “Mariana staat altijd voor me klaar en geeft me raad als ik ergens mee zit. Ze maakt me gelukkig.” De zussen hebben nog contact met hun halfbroertjes en stiefmoeder, bij wie ze soms een paar dagen logeren. Mariana: “Onze band met hen is goed. Ze voelen als familie en zijn belangrijk voor ons.”

Deel dit artikel: