--- Uitgelicht
SOS brengt hoop in Ghana
Nooit meer met honger naar bed
OMA COCO:
“Wat gebeurt er
met de meisjes
als ik er niet
meer ben?”
Ghana maakte de laatste tien jaar een merkbare economische groei door. Toch is het verschil tussen arm en rijk er nog altijd groot. Dertig procent van de bevolking leeft onder de armoedegrens. Vooral de kinderen zijn de dupe. De programma’s van SOS Kinderdorpen zijn voor duizenden kinderen van levensbelang.
Bijna acht miljoen Ghanezen leven onder de armoedegrens. Veel families verlaten hun dorpen op het platteland en trekken naar de stad in de hoop op een beter leven. Die snelle urbanisatie brengt problemen met zich mee. Mensen kunnen geen baan vinden en in de krottenwijken waar ze terechtkomen is het leven zwaar. Zonder inkomen en voorzieningen zijn veel ouders niet in staat voor hun kinderen te zorgen. Daarnaast verliezen honderdduizenden kinderen één of beide ouders aan HIV/Aids. In de SOS kinderdorpen en via familieversterkende programma’s geeft SOS deze kinderen zorg, bescherming en de kans zich te ontwikkelingen tot zelfredzame volwassenen.
Bedelen voor eten
In het zuiden van Ghana, in een dorp pal naast een vuilnisbelt, is de geur van riool permanent aanwezig. Kleine hutjes worden bewoond door grote gezinnen. In één ervan woont oma Coco. Ze is vijftig jaar, maar lijkt veel ouder door alle zorgen en verdriet. Coco is verantwoordelijk voor haar kleinkinderen Mia (5) en Efie (2), die verlaten zijn door hun ouders. Door een aandoening is ze slecht ter been en eigenlijk niet in staat voor de kinderen te zorgen. Coco: “Mia en Efie hebben naast mij helemaal niemand. Ik wil voor de meisjes zorgen, maar kan door mijn gezondheid niet werken. Ik bedel om eten te kunnen kopen, maar er zijn dagen dat dat niet lukt en we met honger naar bed gaan. Ik wil zo graag dat de kinderen naar school gaan, zodat ze later goed voor zichzelf kunnen zorgen. Ik ben ten einde raad. Deze twee kleintjes wonen bij me, maar ik kan ze geen normaal leven geven. Laat staan een goede toekomst. En wat gebeurt er met de meisjes als ik er niet meer ben?”
Klein als ze is, probeert Mia haar oma zo goed mogelijk te helpen. “Ik zorg voor mijn zusje, doe de afwas en veeg de vloer. Ook help ik oma naar de plek te lopen waar ze om geld vraagt. Soms hebben we geen geld. Dan moeten we zonder eten en met pijn in onze buik naar bed. Ik ben blij als ik met mijn vriendjes kan spelen en met mijn pop. Sommige vriendjes gaan naar school. Ik zou zo graag met hen meegaan.
Onlangs kwam oma Coco met haar meisjes onder de aandacht van SOS. We kijken naar een passende oplossing voor dit kwetsbare gezin. Omdat er geen verdere familie is gevonden en oma niet kan werken, is het zeer waarschijnlijk dat de meisjes in een SOS kinderdorp worden ondergebracht. Ook dan zullen ze oma geregeld blijven zien.
Geduld is een schone zaak
In het SOS kinderdorp niet ver van het hutje van oma Coco, woont Patience (43). Patience is al negen jaar SOS moeder. Op dit moment geeft ze zes kinderen een liefdevol thuis. “Ik zorg voor een meisje en vijf jongens, een drieling en een tweeling. Ik beschouw ze allemaal als mijn eigen kinderen. Mijn twee biologische kinderen zijn inmiddels zelfstandig en ik zie het als mijn roeping nu andere kinderen die kans te geven. De kinderen die hier komen, hebben nogal een rugzak. Het is aan mij ervoor te zorgen dat ze zich weer veilig en geliefd voelen. Ik luister naar de kinderen, observeer hen en probeer hun vertrouwen te winnen. Dit kost tijd, maar ik heet niet voor niets Patience: geduld. Eerst geef ik de kinderen veiligheid en structuur, iets wat ze van huis uit vaak hebben gemist. Dan laat ik ze weten dat ik ze nooit in de steek zal laten en dat ze mij alles kunnen zeggen. De eerste keer dat ze mij mama noemen, is elke keer weer magisch. Het zijn momenten die ik nooit zal vergeten.”
SOS MOEDER PATIENCE
“Ik vertel de kinderen dat ik ze nooit in de steek zal laten”
SOS in Ghana

SOS Nederland is voor een groot deel verantwoordelijk voor de financiering van de SOS programma’s in Ghana. De SOS familiehuizen in de kinderdorpen geven verlaten, misbruikte of wees geworden kinderen een veilige plek in een geborgen familiesetting. Dorpsdirecteur Isaac Ackon vertelt: “De kinderen horen ergens bij en kunnen weer kind zijn. Ze gaan naar school, doen mee met allerlei sociale activiteiten en hebben toegang tot medische- en psychosociale zorg.” Wanneer er nog familie is, ondersteunt SOS deze in familieversterkende programma’s. Het doel is deze families zo op te helpen, dat de kinderen op termijn teruggeplaatst kunnen worden. Isaac: “Uiteindelijk is het voor een kind het beste om op te groeien in zijn eigen omgeving en bij zijn biologische familie.”
Deel dit artikel: