Kindveiligheid

Veilig opgroeien is een basisrecht
Het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties stelt dat elk kind het recht heeft vrij te zijn van trauma en mishandeling, zowel fysiek als mentaal. Naleving van dit recht in combinatie met een warm en liefdevol thuis, geeft kinderen een goede voedingsbodem om zich te ontplooien.
Vrij zijn van trauma en mishandeling en opgroeien op een liefdevolle plek, het klinkt vanzelfsprekend maar is het helaas niet. “Veel kinderen in onze gezinshuizen, pleegzorg of familieversterkende programma’s komen uit moeilijke familiesituaties en risicovolle omgevingen. Hun veiligheid en rechten werden soms op meerdere manieren geschonden”, vertelt Marijke Acket, expert bij SOS op het gebied van kinderbescherming en kindzorg. “Wij streven ernaar dat deze kinderen in onze programma’s nooit meer te maken krijgen met onveiligheid, misbruik of verwaarlozing.”
Veiligheid voorop
Marijke vervolgt: “Het belang en de bescherming van kinderen staat bij SOS Kinderdorpen altijd voorop. We stellen alles in het werk om een liefdevolle en veilige omgeving te creëren voor alle kinderen die we met onze programma’s bereiken én ervoor te zorgen dat hun rechten worden beschermd.” De fundering van ons handelen is in 2018 vastgelegd in onze ‘SOS Care Promise’: een beleidsstuk dat invulling geeft aan onze belofte om een veilige omgeving te creëren voor alle kinderen in onze programma’s.
Alle SOS organisaties wereldwijd hebben deze belofte vertaald naar een nationaal plan en concrete richtlijnen. Het is gestoeld op de volgende vier pijlers:
1.
Open cultuur
Marijke: “Binnen SOS Kinderdorpen streven we naar een cultuur van vertrouwen en transparantie. Helaas is die open cultuur niet altijd mogelijk: veel landen kennen een zwakke wetgeving rond misbruik. Daarnaast is er soms geen vertrouwen in de lokale autoriteiten en zijn mensen bang of beschaamd zich uit te spreken. We zijn dus continu op zoek naar nieuwe manieren om een cultuur op te bouwen waarin kinderen, jongeren en medewerkers hun mening en gevoelens kunnen en durven uiten. Alle SOS medewerkers leren de veiligheid van kinderen te bewaken en worden intensief getraind in het herkennen van tekenen van misbruik.”
Marijke Acket:
"De bescherming van kinderen staat altijd voorop"
2.
Preventie
Preventie is essentieel. Daarin spelen ál onze medewerkers een belangrijke rol. Zij hebben de verantwoordelijkheid kinderen veilig te houden. Ook de kinderen en jongeren zelf moeten weten hoe ze voor zichzelf op kunnen komen. Dat begint bij een sterk zelfbeeld. Marijke: “Kinderen die te maken hebben gehad met geweld, misbruik of verwaarlozing ontbreekt het vaak aan zelfvertrouwen. Het verhoogt het risico om opnieuw in ongelijke relaties terecht te komen die aanleiding geven tot geweld. Het is onze taak hen een leefomgeving te bieden waarin ze zich goed kunnen ontwikkelen. In veiligheid.”
3.
Melden
Als er toch een vermoeden is van geweld, misbruik of ander grensoverschrijdend gedrag tegen kinderen, is het belangrijk dit snel te melden. SOS medewerkers, maar juist ook kinderen zélf moeten dit durven doen. Marijke: “Daarom bieden we hele simpele, veilige en toegankelijke meldingskanalen om incidenten te rapporteren.
We hebben kinderen en jongeren gevraagd mee te denken over laagdrempelige vormen hiervoor. Uiteraard nemen we elke melding of elk vermoeden van misbruik serieus en reageren we adequaat. We handelen daarbij altijd in lijn met de lokale wetgeving en nemen, afhankelijk van het type incident, contact op met betrokken autoriteiten als politie of jeugdhulp.”
4.
Nazorg
Naast begeleiding en ondersteuning tijdens het verwerkingsproces van slachtoffers, weten we uit ervaring dat erkenning heel belangrijk is voor kinderen. Het is de eerste stap richting herstel. Marijke: “We luisteren naar de kinderen. Mét kinderen praten, en niet óver hen, is zo ontzettend belangrijk. Je kunt ook veel informatie halen uit de manier waarop ze gebeurtenissen beleven en aanvoelen.”
Coenraad de Beer:
"We kijken kritisch naar onszelf en blijven leren"
Continu leerproces
Preventie van en omgaan met kindermishandeling is een continu leerproces. Daarom evalueert SOS voortdurend haar eigen werkwijze. Om die reden zijn we lid van het Keeping Children Safe netwerk. Een onafhankelijke internationale kinderbeschermingsorganisatie die de International Child Safeguarding Standards heeft ontwikkeld. In 2013 is binnen dit netwerk een certificatietraject ontwikkeld om de kwaliteit van de beschermingsmaatregelen te borgen. SOS beschikt over niveau 1. Dit betekent dat we beleid hebben dat kinderen beschermt tegen misstanden, protocollen voor hoe we reageren als er zich toch een incident voordoet en dat vaststaat hoe we deze incidenten vastleggen en daarover rapporteren.
Coenraad de Beer, teamleider Kindveiligheid bij SOS internationaal, vertelt: “We moeten ons realiseren dat SOS Kinderdorpen als internationale kinderorganisatie een hoog risicoprofiel heeft. Hulpverleners werken vaak in een alternatieve familiesetting waar ze 24/7 contact hebben met getraumatiseerde kinderen. Dit verhoogt het risico op misstanden, maar het zorgt er ook voor dat we mishandeling of geweld snel detecteren en daarop kunnen acteren. Hier moeten we dus verdere preventieve maatregelen voor ontwikkelen.
We hebben net een subsidie gekregen van de Europese Unie om een onderzoeksprogramma te ontwikkelen naar geweld tegen kinderen dóór kinderen.”
Blijven verbeteren
Volgens Coenraad is het de plicht van SOS Kinderdorpen zich te blijven verbeteren als het gaat om het veilig houden van kinderen. “We kijken kritisch naar onszelf en blijven leren. We delen in dit proces onze lessen en ervaringen met andere organisaties. Dat vereist transparantie en een open cultuur. Het helpt ons om te blijven investeren in het verbeteren van de kwaliteit van onze programma’s, de communicatie en de manier waarop we omgaan met incidenten. Door onze voortdurende alertheid en inspanning als het gaat om de veiligheid van kinderen, bouwen we aan een cultuur waarin mensen vanzelfsprekend sneller hun bezorgdheid uiten en incidenten melden. We zien dan ook een duidelijke toename in het aantal gerapporteerde incidenten. Dit beschouwen we als een succes. Het geeft aan dat het bewustzijn is toegenomen, zowel van de gevaren die kinderen lopen als van onze taak en mogelijkheden hen te beschermen.”