Hulp bij geestelijke gezond­heid verandert levens

Genet wist dat haar zoon Taye* elk moment weer een aanval kon krijgen. Ze had sinds hij twee jaar oud was al veel aanvallen meegemaakt en wist wat ze moest doen, maar ze leefde nog steeds in een constante staat van stress en angst.

* Deze naam is gefingeerd om de privacy van het kind te beschermen

"Spirituele wezens veroorzaken neurologische aandoeningen"

Genet woont in het dorp Mokonisa, een plattelandsgemeenschap in het zuiden van Ethiopië, waar men gelooft dat geestesziekten of neurologische aandoeningen door spirituele wezens worden veroorzaakt en besmettelijk zijn: dat deze mensen een ongeluk in een familie zijn. Het stigma dat zich opdrong vanuit haar omgeving, maakte haar pijn en persoonlijk leed nog erger. Ze koos ervoor om op veilige afstand te blijven: thuis met haar kind, dat niet meer kon lopen of praten.

"Mensen maakten het me moeilijk door me te ontmoedigen om voor mijn zoon te zorgen. Ze zeiden dat hij waarschijnlijk snel zou sterven. Ze maakten me aan het huilen toen ze zeiden dat Taye een vervloekt kind is", zegt ze met tranen in haar ogen.

Vóór de coronapandemie werd Taye succesvol behandeld in het plaatselijke districtsziekenhuis, 26 kilometer verderop. Maar na vijf jaar medicatie en vele check-ups hadden Genet en haar man, die de kost verdient met losse baantjes, geen geld meer om het vervoer ernaartoe te betalen.

Het virus, en de daarop volgende beperkingen, maakte toegang tot zorg bovendien volledig onmogelijk: de normale dienstverlening kwam te vervallen. Ondertussen kreeg Taye steeds vaker aanvallen, nu hij niet meer werd behandeld.

Door opgekropte wanhoop en het niet krijgen van de benodigde hulp, werd Genet naar de rand van de afgrond gedreven: "Ik hield mijn zoon vast wanneer hij instortte en vroeg me af wat mijn leven waard was. Van de zeven kinderen die ik op de wereld heb gezet, heb ik er vijf verloren. De oudste is getrouwd en meestal op zichzelf. Ik kan het niet verdragen om nog een kind te verliezen”, vertelt de veertigjarige moeder over dit groot persoonlijk leed. "Ik wil mijn kind niet voor mijn ogen zien sterven. Ik zou nog liever van een klif springen - dat waren mijn gedachten, maar die heb ik weggedrukt toen ik me herinnerde dat er niemand anders zal zijn om voor hem te zorgen."

Mensen durven over geestelijke gezondheid te praten

De Joint Response van de DRA, opgezet om de door corona zwaarst getroffen mensen in Ethiopië te helpen – onder meer met gezondheidszorg en psychosociale ondersteuning – bood de strohalm die Genet zo nodig had.

Tijdens de medische hulpverlening aan het dorp gaf Sosina Mekonen, een 23-jarige psychiatrisch verpleegster, voorlichting aan de gemeenschap over geestelijke gezondheid en neurologische aandoeningen, waarbij ze vele mythen ontkrachtte. "In het begin negeerde iedereen me," blikt Sosina terug. "De mensen weigerden toe te geven dat er geesteszieken onder hen waren. Ze hielden ze thuis verborgen of ergens opgesloten. Families isoleerden hen, omdat ze ten onrechte geloofden dat deze aandoeningen konden worden overgedragen.”

Sosina had geduld en bleef haar verhaal herhalen. “Na vele gesprekken, begonnen mensen zich te openen.

Niet alleen familie van patiënten met een bestaande aandoening, die bijvoorbeeld geen toegang meer hadden tot zorg en medicatie, maar ook mensen die geestelijke gezondheidsproblemen kregen door de onzekerheid van de pandemie, de werkeloosheid, het gebrek aan inkomen en alle gevolgen daarvan.

Mannen die ooit druk bezig waren, maar niet meer konden werken, kregen te maken met angst en depressie. Als gevolg daarvan nam het geweld tegen vrouwen ook toe.”

Families brachten de zieken in hun midden in de openbaarheid. Het balletje begon te rollen en mensen durfden zich te uiten, door over geestelijke gezondheid te praten.

"Ik legde de gemeenschap uit wat het risico was van het verbergen van emoties, en dat het veilig was om hun angsten en problemen als gevolg van corona te uiten aan een professional"

Genet krijgt professionele hulp en medicijnen voor Taye

Genet droeg Taye, 8, op haar rug toen ze in januari (2021) Sosina ontmoette. De verpleegster gaf medicijnen voor Taye, had gesprekstherapie met Genet en sprak ook met haar man. Het praten met Sosina en het openlijk delen van haar gevoelens, zonder de angst voor spot of veroordeling hielp Genet haar pijn los te laten. Sosina: "Ik gaf Genet tips om haar te helpen herstellen van stress en angst, om veerkracht te ontwikkelen.”

Lachend vult Genet aan: “Een week nadat Taye begon met zijn medicijnen, zag ik al resultaat: hij werd een ander kind. Hij begon weer te lopen, te praten en te spelen. Alsof er niets was gebeurd. Ik was zo verrast en blij dat ik mijn kind terug had. Hij eet en drinkt goed en hij vraagt zelfs of hij zelf naar de wc mag."

Taye's aandoening heeft zijn ontwikkeling aanzienlijk vertraagd, hij heeft de vaardigheden van een vierjarige. “Maar hij kan weer groeien nu.”

Tegelijkertijd zijn er zorgen. Genet: “Ik ben bezig met het vinden van een baan, voel me er na de gesprekken met Sosina geestelijk en mentaal klaar voor, maar heb nu zelf nog geen geld om medicijnen te kopen. Ik hoop dat het ons ook zonder hulp lukt om de medicijnen voor mijn zoon te krijgen, zodat zijn gezondheid niet weer in gevaar komt."

“Ik was zo verrast en blij dat ik mijn kind terug had. Hij eet en drinkt goed en hij vraagt zelfs of hij zelf naar de wc mag.”