De wereld rond
Een kijkje in de Centraal Afrikaanse Republiek
Waterpompen redden levens
Voor €3,- per jaar heeft één persoon toegang tot veilig water
In de afgelopen drie jaar zijn er in de Centraal-Afrikaanse Republiek bijna honderd waterpompen geïnstalleerd. Een levensreddende ingreep, want veilig water is onmisbaar voor een goede gezondheid.
Vanuit de Dutch Relief Alliance (DRA) werkt SOS Kinderdorpen samen met verschillende partnerorganisaties aan het plaatsen van waterpompen. In totaal hebben we in de Centraal-Afrikaanse Republiek in drie jaar tijd 54.000 mensen voorzien van schoon water. Maar hoe werkt dat nu precies? Waterexpert Paterne Yapende van partnerorganisatie Cordaid legt uit.
Wat is de juiste plek voor een waterpomp?
“Volgens internationale humanitaire afspraken moet er voor iedere vijfhonderd mensen minimaal één bron van veilig water beschikbaar zijn. Om een goede plek te bepalen, checken we eerst bij de lokale gemeenschap waar de urgentie het grootst is. Dan doen we geofysisch onderzoek van de aardbodem om te kijken of de ondergrondse waterbron toereikend is. Verder moet de pomp strategisch geplaatst worden, dus dicht bij een school of een woonwijk.”
Hoe wordt een waterpomp aangelegd?
“Eerst boren we een boorgat, soms tot wel tachtig meter diep. Vervolgens testen we het water door een monstertje te sturen naar een laboratorium in hoofdstad Bangui. Daar wordt gecontroleerd of de samenstelling van het water voldoet aan de eisen van het Ministerie van Volksgezondheid. Als het water goed is, wordt de pomp geplaatst: een handpomp voor een boorgat van minder dan veertig meter, of een voetpomp voor een dieper gat waar meer kracht voor nodig is. Om de pomp heen leggen we een betonnen vloerconstructie of een omheining die de plek beschermt en dieren op afstand houdt.”
Wat kost dat?
“In totaal zo’n €15.000. Hiermee krijgen minimaal vijfhonderd mensen voor minimaal tien jaar toegang tot schoon drinkwater. Dus dat is €3 per persoon per jaar.”
Is er nog nazorg nodig?
“De pomp moet blijven werken natuurlijk. Daarom leiden we lokale mensen op voor onderhoud en reparatie en stellen we gereedschap ter beschikking. Een buurtcomité wordt aangesteld om ervoor te zorgen dat de pomp met zorg wordt gebruikt. Alleen bij een serieuze storing, worden experts ingeschakeld.”
Vijftien liter per dag
Volgens humanitaire standaarden heeft een mens ongeveer vijftien liter water per dag nodig: 2-6 liter voor basishygiëne, 3-6 liter om te koken en 3 liter voor drinken en eten. Hiernaast is nog water nodig om te wassen of schoonmaken. Een waterpomp is dus ontzettend belangrijk! Zonder toegankelijke waterbron zullen mensen vuil oppervlakte- of rivierwater gebruiken, waar ze ziek van worden. En als de droogte toeslaat, hebben ze helemaal niets.
Een kijkje in Bolivia
Steun aan families in coronatijd
Daniela: "Mijn nichtje Sylvia was bang dat ze na haar moeder ook mij zou verliezen"
In Nederland is het normale leven weer op gang, maar wereldwijd heeft de coronacrisis nog altijd een verwoestend effect. Bijvoorbeeld in Bolivia. Veel families die maar net konden rondkomen, belandden in ernstige armoede. SOS Kinderdorpen helpt met het familieversterkende programma hier honderden families de crisis door.
Voor veel families in Bolivia viel door de coronacrisis en de lockdowns hun inkomen van de ene op de andere dag weg. Daardoor kon er geen eten gekocht worden. Scholen sloten hun deuren, waardoor kinderen maandenlang geen onderwijs volgden. Veel kinderen keerden ook niet meer terug naar school omdat ze moeten werken om geld te verdienen. Steeds meer families redden het niet alleen. Zoals die van Daniela.
Moeilijke tijd
Daniela (34) is weduwe en moeder van twee meisjes. Sinds de dood van haar oudere zus eind 2019 zorgt ze ook voor haar drie neefjes en nichtjes. Ineens had Daniela de zorg voor vijf kinderen en dat viel haar zwaar. Daar kwam de coronacrisis bovenop! Daniela’s handel in zelfgemaakte babykleertjes viel nagenoeg stil. Daniela: “Toch ging ik er ’s avonds op uit om de kleertjes te verkopen. De kinderen moesten toch eten? Het was een hele moeilijke tijd en een enorme uitdaging om de kinderen iedere dag een voedzame maaltijd te geven.”
Grote angst
Toen de overheid besloot alle scholen te sluiten, was dat een extra klap voor het gezin. De kinderen konden alleen lessen volgen via internet, maar met maar één mobiele telefoon en een slechte internetverbinding was dit onmogelijk. Daarbij boezemde de lockdown en het nieuws over het gevaarlijke virus de kinderen veel angst in. “Vooral mijn nichtje Silvia van tien was bang. Haar grootste angst was na haar moeder, nu ook mij te verliezen”, vertelt Daniela.
Steun en voedsel
SOS Kinderdorpen nam Daniela en haar gezin op in het familieversterkende programma. De kinderen krijgen inmiddels psychosociale steun en zolang Daniela niet voldoende geld kan verdienen, helpen we met voedselpakketten. Ook zorgde SOS voor een computer waarop de kinderen hun lessen kunnen volgen en regelden we een goede internetverbinding. Die hulp is een enorme opluchting voor Daniela.
“Ik was ten einde raad, maar dankzij het familieversterkend programma kan ik zelf voor mijn kinderen blijven zorgen en lopen zij geen grote leerachterstand op. De steun van SOS geeft mij nieuwe moed.”
Een kijkje in Guinee-Bissau
Jongeren in hun kracht
Samira: "Ik leer veel nieuwe technieken en gerechten"
Zelfstandig worden, een opleiding volgen en een baan vinden: voor jongeren uit kwetsbare families of zonder ouderlijke zorg is het extra moeilijk. In Guinnee-Bissau geven we jongeren in het jeugdwerkgelegenheidsprogramma Sangue Novo de kans relevante kennis en ervaring op te doen.
Wereldwijd zijn meer dan 64 miljoen jongeren werkloos. Nog veel meer jongeren verdienen te weinig om van rond te kunnen komen. Ook in Guinee-Bissau is de jeugdwerkloosheid groot. Met het jeugdwerkgelegenheidsprogramma Sangue Novo helpt SOS Kinderdorpen jongeren relevante kennis en ervaring op te doen. Ook werken we met hen aan persoonlijke en levensvaardigheden. In samenwerking met trainingscentra in de stad verrijken we het aanbod van trainingen en opleidingen en maken we deze toegankelijk voor kwetsbare jongeren. Maar liefst 600 tot 800 jongeren doen mee in het programma. Het doel is dat zij het hele traject van vijfenhalf jaar volledig doorlopen.
Zoveel geleerd
“Ik kon een beetje koken, maar hier leer ik veel nieuwe technieken en ontzettend veel nieuwe gerechten. Bijvoorbeeld taarten en pasteien.” Ook de lessen in persoonlijke ontwikkeling slaan aan. “We zijn nog maar een paar weken bezig, maar ik heb al zoveel geleerd! Bijvoorbeeld wat mijn rechten en plichten zijn als werknemer. Ik wist helemaal niet dat je niet meer dan acht uur per dag mag werken. Ook heb ik geleerd meer initiatief en verantwoordelijkheid te nemen.”
Zelfverzekerder
Edmilson, trainer in persoonlijke ontwikkeling, ziet zijn lessen als een noodzakelijke aanvulling op de praktijklessen. “Het is zo belangrijk voor deze jongeren om straks goed voorbereid de arbeidsmarkt op te gaan. Die voorbereiding zit ook in zaken als timemanagement, netwerken, effectief communiceren of conflicten oplossen. En het helpt enorm als je weet wat je rechten en plichten zijn als werknemer, of als je voor jezelf helder hebt waar je goed in bent en waar niet. Ik zie dat jongeren veel zelfverzekerder aan hun loopbaan beginnen.”Wat kost dat?
"Ik heb al zo veel geleerd! Ik wist helemaal niet dat je niet meer dan acht uur per dag mag werken."
Eigen kledingbedrijfje
Ook de 24-jarige Golda bloeit helemaal op. “Ik ben begonnen aan een naaicursus en dat is ontzettend leerzaam en leuk. Door de persoonlijke ontwikkelingslessen ben ik erachter gekomen dat ik mijn eigen kledingbedrijfje wil opzetten. Eerder dacht ik dat dat niet voor mij was weggelegd, maar nu kijk in met zelfvertrouwen naar de toekomst.”